Van 9 t/m 13 juni verwelkomde CIV Water zestig waterprofessionals uit acht landen tijdens de jaarlijkse PoVE Water-projectvergadering op de WaterCampus in Leeuwarden. Een intensieve en inspirerende week vol kennisdeling, werkbezoeken en internationale samenwerking – met één doel: mbo-studenten optimaal voorbereiden op de wereldwijde uitdagingen in de watersector.
Een week vol verdieping en verbinding
Tijdens de week stond het uitwisselen van best practices en het versterken van samenwerking centraal. Het programma bood een mix van inhoudelijke workshops, inspirerende presentaties en werkbezoeken. Hoogtepunten waren onder meer:
Ook was er ruimte voor informele verbinding, zoals een skûtsjetocht over de Friese meren en een netwerkbarbecue in de Blokhuispoort, waar wethouder Abel Reitsma het belang van internationale samenwerking in de watersector benadrukte.
Concrete stappen vooruit
De week markeerde de afronding van de huidige projectfase van PoVE Water. Tegelijkertijd werd al vooruitgekeken: er liggen kansen voor nieuwe partnerschappen en innovatieve lesmaterialen, bijvoorbeeld met inzet van AI en VR. “Wat deze week bijzonder maakte, was de energie binnen de groep,” aldus een deelnemer. “Er waren niet alleen mooie woorden, maar ook concrete acties.”
Op vrijdag werd de week afgesloten met een rondleiding over de WaterCampus, inclusief een bezoek aan Wetsus en het Water Application Centre. Hier zagen deelnemers hoe Nederland wereldwijd vooroploopt in waterinnovatie.
Kracht van samenwerking
CIV Water liet met deze projectweek zien hoe belangrijk internationale samenwerking is om het beroepsonderwijs toekomstbestendig te maken. Tegelijkertijd onderstreept het de kracht van regionale verbondenheid – juist in een tijd waarin mbo-scholen in krimpregio’s voor grote uitdagingen staan.
Het Pove Water project is een van de grondleggers van het Erasmus+ COVE-programma (Centres of Vocational Excellence). Binnen dit Europese programma (looptijd 2021 – 2027) wordt in totaal 400 miljoen euro ingezet om tientallen COVEs op te zetten, waaronder ook meerdere in Nederland. Doel is om beroepsonderwijs sterker te verbinden met innovatie, regionale ontwikkeling en internationale samenwerking.